Blogarchief

woensdag 15 september 2010

Op bezoek bij Heimann in Szekszárd

Het wijnfestival in Boedapest stond vorige week vrijdag in het teken van de regen. Weinig bezoekers, veel wijnboeren kwamen laat of in het geheel niet opdagen. Het was gewoonweg vies weer. Verkleumd en nat tot op onze botten verlieten wij 's avonds het festival terrein en verheugden wij ons op ons programma voor de volgende dag: een dagje op stap met Zoltán Heimann,  één van de bekendere wijnboeren uit Szekszárd. Heimann is een bekende in het Hongaarse wijnleven. Bijna elk resaturant voert één of meerdere wijnen van hem. Zoals hij zelf zegt: "Heimann here, Heimann there, Heimann everywhere".

We waren nieuwsgierig geworden. Heiman staat bekend als één van de gangmakers achter het revival van de wijnregio Szekszárd en voor ons was het de eerste ontmoeting met hem. Vanaf het eerste moment dat wij in de auto stapten en hij ons door een grauw Hongarije naar Szekszárd voerde kregen wij door waarom deze man zo belangrijk is voor de wijnbouw in Szekszárd in enge zin  en die van Hongarije in het algemeen. Geen moment ging voorbij zonder een nieuwe anekdote, een grap of een serieus verhaal over de achtergronden van Szekszárd en de rol van de negen generaties Heimann in deze regio. En over de toekomst: de tiende generatie Heimann is nu in opleiding. Ook een Zoltán.

"Alleen gaat het niet" dit is het motto van Heimann die tevens voorzitter is van de Associatie van Wijnbouwers in de Regio Szekszárd. Zijn werk gaat ver voorbij het maken van wijn. De regio kent zo'n 50 wijnbouwers, evenals Heimann Családi Birtok vaak familiebedrijven die gezamenlijk zo'n drie miljoen flessen produceren. Het probleem van de regio ligt volgens Heimann gelegen in het feit dat de meeste wijnbouwers klein zijn, met wijngaarden onder de 10 hectare. Zij hebben niet de mogelijkheid om zich zelfstandig goed te kunnen positioneren op de wijnmarkt want de productie is te klein en er is geen kapitaal om grotere investeringen te kunnen maken. Als oplossing ziet hij een vorm van coöperatieve samenwerking. "Helaas is er weinig of geen financiële ondersteuning door de staat in de vorm van subsidies en is er een grote weerstand tegen de vorming van coöperaties, alleen al door de slechte herinneringen die de wijnboeren hebben aan het verleden toen de boeren verplicht werden zich in grote staatscoöperaties te verenigen" aldus Heimann, maar hij blijft zich ook in de toekomst inzetten voor de volgens hem broodnodige samenwerking.

Bij aankomst kregen we een korte rondleiding door de kelders van de wijnmakerij en ondertussen vertelde de wijnmaker over de geschiedenis van zijn familie die in de 18e eeuw naar Hongarije emigreerden. Deze immigranten maakten deel uit van één van de grote "Schwaben-emigraties" en kwamen op uitnodiging van Keizerin Maria-theresia van Oostenrijk-Hongarije uit het verre Zwarte Woud naar de heuvels van Szekszárd. In 1758 schreef de eerste Heimann zich in in de regio, en sedert dien is de familie onafgebroken bij de wijnbouw betrokken geweest. Meer dan 250 jaar dus. 

Na de korte rondleiding mochten we proeven. Een groot aantal flessen werd op tafel gezet. Heimann vertelde ondertussen dat zijn  zoon over een paar jaar de leiding overneemt en deze levensgenieter samen met zijn vrouw een restaurant opent waar liefhebbers van wijnen en gastronomie terecht kunnen. Na een heerlijke frisse, door de smaak van tropische vruchten verrijkte Viognier, de enige witte wijn in het assortiment kwam de Kékfrankos (Blaufrank), de druif die het zo geweldig doet in deze regio. Allereerst een instapper uit 2007. De wijn wordt in London in een twee sterren Michelin restaurant als open wijn geschonken, aldus Heimann.  Na deze instapper kregen we de Kékfrankos van de Baranya-völgy uit 2007 en 2008 te proeven. De wijnstokken van de hellingen van deze vallei zijn 40 jaar oud en deze wat complexere wijn wordt 18 maanden gerijpt in eerst grotere, daarna kleinere houten vaten. Vooral de Kékfrankos van 2008 bekoorde ons, deze was iets zachter van smaak.Heimann zegt ons te gaan voor het evenwicht in zijn wijnen. Een goede balans: vol, elegant en evenwichtig, niet te zwaar. Bij het proeven van zijn "Stilusgyakorlat" (Stijloefening) een 100 % Tanat met veel kers, een vleugje zoet en een minerale afdronk waren hiervan helemaal overtuigd. 

Lekkere Merlots, een heerlijke heerlijke Cabernet Franc en daarna zijn top cuvée's Birtok en Barbár, beiden uit 2007. Alle wijnen waren gewoon goed en lekker. Veel rodevruchten als bosbessen, bramen en kers en een lekkere minarele afdronk zijn in al zijn wijnen in meer of mindere mate terug te vinden.

Samen met wijnbouwer Heumann heeft Heimann een Kékfrankos blend gemaakt, U & I.  Een wijn waarin twee regio's, Szekszárd en Villány, vertegenwoordigd worden. Volgens hem een blend die twee verschillende werelden verenigt. En dit is wat hem zo uniek maakt: Heimann is een vakman die samenwerking als een hoogste goed ziet en deze gedachte in al zijn activiteiten naar buiten probeert te brengen.